Werkwijze

Werkwijze

Hieronder staat in 8 duidelijk stapjes uitgelegd hoe je de directeur van het museum goed kan verder helpen.

    1. Vorm een duo met iemand uit je klas.
    2. Hou in jullie achterhoofd dat het doel van jullie speurwerk een duidelijk verslag is voor het museum ‘Sabel’ in Antwerpen.
    3. Hou tijdens jullie speurwerk de klok in de gaten. (Je leerkracht zegt wanneer de deadline voor het verslag is.)
    4. Bekijk de verschillende websites bij de pagina ‘informatiebronnen’. Keer nadien terug naar deze pagina voor de volgende stap.
    5. Verzamel eerst de informatie die zeker in het verslag moet komen.
    6. (Voor dat jullie door gaan naar stap 6 controleren jullie of alles in het verslag staat)
    7. Nu kunnen jullie nog extra’s toevoegen aan jullie verslag.
    8. Hou rekening met de uitwerking van jullie speurwerk.
    9. Maak er een origineel verslag van waar de directeur veel ideeën kan uit halen!
Afbeelding van Michelangelo door:Daniele da Volterra [Public domain], via Wikimedia Commons

Wat MOET er ZEKER in het verslag staan:

    • zijn volledige naam
    • geboorte- en sterftedatum
    • geboorte- en sterfteplaats
    • in welke periode leefde hij?
    • wat weet je over zijn familie?
    • wat waren zijn specialiteiten? (+wat was zijn echte roeping)
    • wat was hij met bezig toen hij jullie leeftijd had?
    • één afbeelding waar Michelangelo op staat.
    • noem 5 van zijn werken die jullie het interessantst vinden én vermeld waarom deze jullie aanspreken)
    • een verklaring van eventuele moeilijke woorden die in jullie verslag staan

Wat MAG er extra in het verslag staan:

    • leuke weetjes
    • foto’s
    • tips voor de directeur van het museum (bv. over de inrichting van de hoek over Michelangelo, leuke activiteiten voor kinderen,…)

Uitwerking van het speurwerk:

  • werk het verslag uit in Word
  • het volledig verslag is minimum 1 pagina, maximum 2 pagina's
  • gebruik een leesbaar lettertype
  • neem lettergrootte 11 of 12
  • maak vlotte en duidelijke zinnen
  • zorg voor een korte boeiende inleiding (5 à 10 zinnen)
  • zorg voor structuur en overzicht (werk met alinea's)
  • vermeld de gebruikte bronnen (onderaan het verslag)
  • voor de snelle speurders: geef extra tips voor de directeur van het museum
  • helemaal op het einde van je werk formuleer je een kort slot (3 à 5 zinnen)
  • Zitten jullie na het lezen van de opdrachtenpagina toch nog met een vraag, dan vraag je dat netjes aan je leerkracht.

TIP:

Op de pagina ‘beoordeling’ kan je een kijkje gaan nemen waarmee de directeur allemaal rekening houdt bij het beoordelen van jullie werk.